Naar aanleiding van de recente uitzending van het actualiteitenprogramma De Hofbar, waarin de inzet van mest voor de productie van groen gas wordt besproken, voelt het Platform Groen Gas zich genoodzaakt enkele onjuistheden recht te zetten. Het is van onmiskenbaar belang dat de feiten over de bijdrage van mestvergisting aan duurzame energie en milieudoelstellingen op een eerlijke, nauwkeurige manier worden gecommuniceerd.
Stelling De Hofbar: er is meer aardgas nodig dan dat het biogas oplevert
Dit is onjuist. Het energieverbruik dat nodig is om biogas te maken, verschilt per type installatie, maar in alle gevallen wordt er (veel) meer biogas geproduceerd dan dat er aan energie nodig is voor de productie. Onderzoek van onder andere het Planbureau voor de Leefomgeving[1] toont aan dat de bandbreedte voor het energieverbruik per installatie tussen de 5% (covergisting) en 30% (monomestvergisting) ligt.
Stelling De Hofbar: de sector is niet transparant over aardgasgebruik bij biogasproductie
Dit is onjuist. Bij de productie van groen gas worden Garanties van Oorsprong (GvO)[2] gecreëerd, dit is een certificaat dat bewijst dat groen gas uit hernieuwbare energiebronnen is geproduceerd en dat het dezelfde kwaliteit heeft als aardgas. Eén groen gas GvO staat voor 1 MWh energie uit groen gas, wat vergelijkbaar is met ongeveer 100 kubieke meter aardgas. De GVO’s maken hiermee exact inzichtelijk hoeveel netto duurzame energie wordt geproduceerd bij groen gasproductie en wat de ‘groenwaarde’ is van het biogas. Daarnaast krijgen alle installaties die aardgas gebruiken dat in mindering gebracht op de hoeveelheid groen gas die ze kunnen verkopen.
Stelling De Hofbar: mineralen verdwijnen niet uit de mest en dragen bij aan het stikstofprobleem
Deze stelling ligt genuanceerder. Recent onderzoek van Wageningen UR[3] laat zien dat wanneer mest snel uit de stal wordt gehaald, direct wordt vergist en behandeld, de stikstof- en methaanuitstoot van veehouderijen substantieel gereduceerd wordt. In de melkveehouderij reduceert deze aanpak tot 55% van de ammoniakuitstoot en ruim 80% van de methaanuitstoot. In de varkenshouderij kan op die manier zelfs meer dan 80% ammoniak én methaan gereduceerd worden. De recente onderzoeken onderbouwen nadrukkelijk dat met inzet op een combinatie van technieken substantiële emissiereducties worden bereikt terwijl tegelijkertijd de energiewaarde van mest wordt benut. Met vergisting wordt geen fosfaat uit mest verwijderd wat een belangrijke basis is van het mestprobleem.
Stelling De Hofbar: mestvergisting wordt ingezet om het mestprobleem op te lossen
Dit is onjuist. Mestvergisting heeft nooit tot doel gehad om het mestprobleem op te lossen maar wél om duurzaam gas te produceren. Dat we in de praktijk ook broeikasemissie en reductie van ammoniak realiseren is positieve ‘bijvangst’. Op dit moment wordt in Nederland 5% van alle mest ingezet voor vergisting. 10 % van het huidige groene gas ontstaat uit mest dat bij 72% van alle installaties als grondstof dient. Ook bij een substantiële krimp van de veestapel, is het verstandig om de energiewaarde van mest te benutten, stikstofreductie te realiseren en het restproduct digestaat als natuurlijke bodemverbeteraar voor de landbouw in te zetten.
[1] Eindadvies basisbedragen SDE++ 2023 (pbl.nl)
[2] Garanties van Oorsprong in het EU ETS | Monitoring emissies | Nederlandse Emissieautoriteit
[3] Publicatie mestvergisting, stikstof en groen gas – Platform Groen Gas