We moeten stoppen met de gedachte dat geld geen rol speelt, als het om uitbreiding van onze energienetwerken gaat, meent Martien Visser.

Wanneer het over energienetten gaat, dan overheerst vaak de Ollie B. Bommel mentaliteit: “geld speelt geen rol.” De werkelijkheid is geen stripverhaal. Geld speelt wel degelijk een rol, naast andere zaken.

Recent kondigden de regionale netbeheerders aan de komende tien jaar 30 miljard euro te moeten investeren in hun elektriciteitsnetten. TenneT doet daar nog 10 miljard bovenop. Dat gebeurt bij een gelijkblijvende elektriciteitsvraag. Wel stijgen zon en wind naar 15% van onze finale energievraag. In 2030 hebben we ook 20% elektrische auto’s en is 20% van onze woningvoorraad verduurzaamd. Het PBL heeft haar twijfels of we dat halen. Maar zelfs als dat lukt, zijn we in 2030 nog maar net aan de energietransitie begonnen.

“Voor een bedrijf als TenneT is 2030 morgen al”

In de periode 2020-2030 moet er 40 miljard euro in het elektriciteitsnet worden geïnvesteerd; dat is 5.000 euro per huishouden. U krijgt daarvoor niet direct de rekening. Geleidelijk zullen de nettarieven stijgen. Tot ver na 2030 moet u dit afbetalen. Maar die rekening is slechts een deel. De bakker en de supermarkt moeten ook hogere nettarieven betalen en die berekenen deze extra kosten aan u door. Uiteindelijk krijgen de consumenten alle kosten direct of indirect voor hun kiezen. Hoeveel er na 2030 moet worden geïnvesteerd, weet nog niemand.

Netwerkaanpassingen vergen veel tijd. Voor een bedrijf als TenneT is 2030 morgen al. Of zelfs gisteren. In Studio Energie van Remco de Boer (aanbevolen!) meldde de COO Voorhorst recent dat het nu al onmogelijk is nog voor 2030 een nieuw tracé over land te realiseren (“forget it”).

“Zelfs de Tweede Kamer bleef stil”

Netbeheerders worden aangespoord zuinig te zijn en niet overdadig te investeren. Dat scheelt in onze energierekening. Als gevolg daarvan is er weinig ruimte voor nieuwe ontwikkelingen. Amsterdam zit op slot voor nieuwe datacenters. In grote delen van Nederland kunnen tot frustratie van ontwikkelaars geen nieuwe zonneparken meer worden aangesloten. Terwijl zon nog maar enkele procenten van de Nederlandse stroomproductie voor haar rekening neemt. En we moeten eigenlijk nog beginnen met de energietransitie, zodat we vanaf 2030 echt vaart kunnen gaan maken.

De energienetten krijgen weinig maatschappelijke aandacht. De regionale netbeheerders luidden de noodklok toen ze met miljardenuitgaven op de proppen kwamen. Het NOS Journaal bleef weg. Het was geen voorpaginanieuws in de kranten. Zelfs de Tweede Kamer bleef stil, terwijl er over veel kleinere bedragen dan 5.000 euro per huishouden toch vaak heftig gedebatteerd wordt. Geld speelt inderdaad geen rol als het om energienetten gaat, zo lijkt het.

“Neem de kostenefficiënte transitie van EZK maar met een flinke korrel zout”

We vergeten de netwerken zelfs. De Algemene Rekenkamer moest eraan te pas komen om uit te leggen dat wind op zee (nog) niet subsidievrij was, omdat de kosten voor de zeekabels en de convertorstations (ongeveer 1 miljard euro per windpark) via de SDE wel degelijk door burgers en bedrijven moeten worden opgebracht. Daarbovenop komen overigens nog inpassingskosten op land. Naar verluidt kost alleen al het tracé van Borssele naar Tilburg 1,2 miljard euro. Dat was de Algemene Rekenkamer nog even vergeten.

De minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) zegt dat hij een kostenefficiënte energietransitie wil. De netkosten ontbreken echter in de ranking van projecten in de SDE+. Daardoor komen projecten met de laagste maatschappelijke kosten niet automatisch boven drijven, maar wordt het een ratjetoe. Neem die kostenefficiënte transitie van EZK dus maar met een flinke korrel zout!

Lees het volledige artikel